Over het drama in de bosuilen-nestkast van Sint Joris Weert hadden we hier eerder al. Die twee nachten en twee dagen afwezigheid uit de nestkast terwijl de jongen stierven van kou en uitputting . Maar verrassing vandaag…. mama uil zat weer in de nestkast. De hele dag . Ze zit er nu nog. Bij haar dode jongen. Die heeft ze wat herschikt in de nestkast. Netjes naast elkaar. En opvallend: ze zit nu naast de dode jongen, er niet meer bovenop. En is dat een dode muis die ze er naast heeft gelegd ? En oppervlakkig bekeken is mama uil niet meteen gekwetst.
Tja: dergelijk feitenrelaas: daar kunnen we vele kanten mee op. Kies zelf maar.
De rouwende moeder.
De onschuldige uitleg. Mama uil is wat overkomen. Een slag van een auto gekregen. Groggy. In een graskant gelegen. Zich moeizaam weten te redden door duizelig in een struik te klimmen. Kon de eerste dag nog niet vliegen. Nu weer wel. Met veel moeite weer naar de nestkast gevlogen. Helaas te laat: kindjes dood. Nu in rouw. In triest.
Of: de schuld van de man
Of heeft het mannetje zijn echtelijke plicht niet gedaan? Heeft die geen eten aangebracht voor vrouw en kindjes ? Het wat laten zitten. Geen dode muizen aangevoerd op 2 mei ? Op de lappen geweest met een andere madam ? Waarop de hongerige en uitgeputte moeder zelf maar moest gaan jagen. Voor zichzelf en de kindjes. Helaas, rotweer. Nauwelijks muizen te vinden. Ijzig koud. Zelf erg flauwtjes want een dag niet gegeten. Want de hele tijd op de jonge uiltjes gepast. En mannetje bracht maar geen eten. Tegen de tijd dat ze zelf wat vond was het te laat; de jongen dood. Beter geen vent, dan zo een vent. Hartverscheurend.
Of: de schuld van de natuur
Het was dit seizoen rotweer voor de uilen. En vooral voor de bosmuizen en spitsmuizen. Eerst veel regen. Dan een heel droge periode. En dan weer heel koud. Nachtvorst begin mei. Dodelijk voor de muizen. Erg weinig muizen te vinden. En dat met twee uilenjongen in de nestbak. Soms niks gevonden. Zelf honger. Weinig kunnen klaarleggen voor madam in de nestkast. Soms niks niemendal. Madam niet content . Maar niets aan te doen. Niks te vinden . Waar je ook zoekt. En opletten moet je als bosuil ook nog tijdens dat jagen. Want er vliegt hier een oehoe rond. En ook haviken in het Meerdaalbos. Die hebben ook honger. En die lusten bosuil. Dat jagen viel dus niet mee. Niet genoeg muizen te vinden in het bos. Op 2 mei was er niks. Aan madam uitgelegd. Die is dan zelf mee gaan jagen. Half uitgeput. Moeten schuilen voor de oehoe. Niet durven terugkeren naar de nestkast.. Schrik om zelf gepakt te worden . De volgende nacht dan toch wat gevonden. Een schriele muis. Meegenomen naar de nestkast. Helaas: de jongen dood.
Of: de losbandige moeder
Na al die dagen was ze het strontbeu. Eerst twee weken op de eieren gezeten. Dan dat jong en nadien dat andere jong. Waar ze de hele dag moest bijblijven. Terwijl die van haar vrolijk kon rondvliegen en muizen kon vangen. Zij niet. Stil in die nestkast zitten. Minuten, uren, dagen , weken. Die jongen die maar voortdurend zeuren om eten. Liggen te wriemelen onder je buik. Die je alsmaar moet warmen. Terwijl je zelf kou hebt. Honger. En net als je wat wil slapen wriemelen die jongen je weer wakker. Die weten nog niet dat uilen overdag slapen. Die schone meneer van haar brengt niet genoeg eten. En dan maar met een rammelende maag heelder dagen in die nestkast zitten. Die planken, ze kent er intussen elke nerf van. Helemaal beu gezien.
Niet buiten kunnen. Geen praatje kunnen slaan. Een beetje het verhaal van de politiekers die de horeca open willen. De terrassen weer open terwijl ze op de intensive care niet weten wat eerst gedaan. Die gasten die leuteren over onhoudbare situaties omdat ze niet op café mogen. Hoe erg dat wel is. Voor hun psychisch welzijn. Terwijl dokters aan patiënten moeten melden dat hun dringende operatie niet kan doorgaan. Loop nog maar wat rond met je kanker. Want teveel volk op de intensive care. Teveel Covid volk . Maar toch niet naar de experten luisteren. De terrassen toch open doen. Het risico nemen. We zien wel.
Tja, dan mocht zij toch ook wel eens een nacht buiten. Ook al was het voor de uilen-experten te vroeg . Was er teveel risico voor de jongen. Zouden die kunnen doodgaan. Maar haar psychisch welzijn, dat telde toch ook . Dus bolde ze het maar af. In de nacht van 2 op 3 mei. Nog eens goed op stap gaan. Nog eens buiten komen. Weer onder het volk na weken in die donkere nestkast. Weer eens een stapje in de wereld. Het er eens goed van genomen. Efkens goed van geprofiteerd. Nadien de roes uitgeslapen. Beetje wroeging gehad. Dan na twee dagen maar weer terug naar de nestkast. Het werk afmaken. Nog een paar weken op de tanden bijten. Maar helaas, te laat. Die jongen zijn dood.
