Sint Joris Weert is met voorsprong de rijkste kerkfabriek van de vier kerkbesturen in onze gemeente. In hun jaarrekening 2024 melden ze 1,1 miljoen euro aan onroerende goederen, en 299 000 euro geldbeleggingen. De kerkfabriek is eigenaar van het kerkgebouw, de pastorij is eigendom van de gemeente maar wordt beheerd door de kerkfabriek , de drie woonruimtes werden via Spit en OCMW verhuurd als sociale woning. De aangrenzende grond bij de pastorij is eigendom van de kerkfabriek en wilden men voor 99 jaar in erfpacht geven aan de gemeente in ruil voor de bouw van een parochiezaal en een parochiale ruimte ombouwbaar tot woonruimte. (bron: toelichting bij de jaarrekening 2022). De bouw van zo een parochiezaal staat niet in het meerjarig beleidsplan van het gemeentebestuur.
Schulden hebben ze niet. In de inventaris van hun privaat patrimonium bij hun jaarrekening 2024 wordt naast het appartement in de Cleeremansresidentie, de bouw van twee woonhuizen in de Neerveldstraat 32-34 (sic) , ook een verkaveling Groot Neerveld in de Kauwbergstraat (sic) vermeld. De Neerveldstraat heeft echter geen huisnummers boven de 25, Neerveldstraat 32-34 bestaat dus niet. Bedoeld werd allicht Groot Neerveld 32-34. Een vermelde verkaveling Groot Neerveld in de Kauwbergstraat blijft wat duister: de Kaubergstraat ligt in Boven-weert, het Groot Neerveld in Neder-weert.

De kerkfabriek Blanden heeft de inboedel van de kerk als eigendom en ook een stukje landbouwgrond dat verpacht wordt voor 215 euro; ze hebben ternauwernood 22000 euro op de rekening. De kerkfabriek Haasrode is eigenaar van de kerk, de parochiezaal en de pastorie en heeft een tiental landbouwgronden liggen met een waarde van 140 743 euro die jaarlijks amper 630 euro opbrengen en een 200 000 op de bank. Oud Heverlee heeft bezittingen en gelden voor 438 000 maar tegelijk ook een lening van 265 000 euro. Ze melden in de staat van hun vermogen onroerende bezittingen van 21 145 euro, maar hebben daarin niet de kerk , de pastorij of de kapel in Vaalbeek gerekend. De pastorij levert hen 6900 euro netto op, naast de kosten van de lening en rentebetaling. Voor de restauratie van de pastorij betaalden ze 1,3 miljoen euro maar kregen 558 000 euro toelagen van de federale overheid en de Vlaamse overheid, en 140 000 van de gemeente. Ze gingen ook een lening aan en verkochten een perceel grond voor 29 000 euro. Met hun privaat patrimonium investeerden ze 307 000 euro in de bouw van twee woningen in het Neerveld in Sint Joris Weert. Of dat dezelfde panden zijn als die waarin de kerkfabriek van Sint Joris Weert een investering meldt wordt is niet duidelijk. In de toelichting bij de jaarrekening melden ze “nihil” bij de inventaris van hun jaarrekening 2024, “nihil” bij de stichtingen en “nihil” bij de financiering.
Maar over fautjes en vage vermeldingen struikelde niemand : in de gemeenteraad van juni 2025 werden al deze rekeningen zonder enige opmerking of vraag op een drafje unaniem goedgekeurd door alle raadsleden.
Bij de bespreking van de meerjarenbegrotingen van de vier kerken in de jongste gemeenteraad van 30 september waren er wel wat vragen. Maar zo te merken hadden ook nu niet veel raadsleden zich verdiept in dat document.
Mattias Bouckaert (Samen) had vooraf al opmerkingen ingediend bij deze rekeningen. Zoals de vraag waarom er voor 4 kerken aparte meerjarenbegrotingen waren gemaakt voor elk jaar tot en met 2031, terwijl er vanaf 1 januari 2026 nog 1 kerkfabriek zou overblijven voor alle kerken in Oud Heverlee samen. Patrice Lemaitre (Pro OH), schepen van financiën, antwoordde dat er op dit moment nog altijd die aparte kerkfabrieken bestaan. En er vanuit de huidige situatie werd gewerkt.
Mattias Bouckaert merkte op dat voor Haasrode er 15000 euro was ingeschreven voor investeringen in de woning van een bedienaar van de eredienst. Maar als er naar één kerkbestuur wordt gegaan vanaf 1 januari 2026 voor alle kerken van de gemeente is het toch te verwachten dat er slechts op één plaats in de gemeente moet voorzien worden in een eventuele woning voor een eventuele bedienaar van de eredienst ? Hoe moet die investering begrepen worden ? Dat zullen we bespreken als er een eengemaakt kerkbestuur is, antwoordde Patrice Lemaitre: we zitten in een transitiefase. We kiezen ervoor om dat niet abrupt te doen, we gaan er heel zorgvuldig mee om, we zullen dat na de eenmaking opnieuw bekijken. En dan zal er allicht volgend jaar een ander plan en een andere meerjarenbegroting worden voorgelegd voor het hele kerkbestuur van de hele gemeente. Het zou toch zorgvuldiger zijn, om die uitgaven voorlopig op nul te zetten, verschilde Mattias Bouckaert van mening. De rest van de gemeenteraad keurde de meerjarenbegroting goed, Samen onthield zich.
Een zeer dure rentmeester ?
Bij de rekening van de kerkfabriek van Sint Joris Weert merkte Mattias Bouckaert op dat er van 2026 tot 2031 de jaarlijkse opbrengst was ingeschreven van het verhuren van een studio aan het OCMW voor 3600 euro. Dit terwijl de huur door het OCMW is stopgezet. Dat het OCMW daar niet meer huurt, klopt zei Patrice Lemaitre. Dat bedrag zal dan “historisch” zijn, vergoelijkte hij.
De uitleg op de volgende vraag was nog meer bevreemdend. De kerkfabriek van Sint Joris Weert schreef voor zijn privaat patrimonium 75 450 euro huurinkomsten per jaar in. Dat gaat om een appartement in de residentie Cleeremans aan de Stationsstraat en twee woningen in Groot Neerveld 32-34. Telkens gaat het om verhuur aan marktprijzen, niet om sociale woningen. Daarnaast nog de verhuur van de oude pastorijwoning in de Ijzerenwegstraat en de pacht van een weiland en erfpacht van gronden in de Ijzerenwegstraat.

Bij de uitgaven schrijft de kerkfabriek van Sint Joris Weert voor elk jaar tot en met 2031 een uitgave in van 24 840 per jaar als kost voor het verhuren van deze woningen, naast jaarlijks 2800 euro uitgaven voor een immokantoor, en bovenop de 20 000 euro per jaar uitgaven voor onderhoud, verzekering, nutsvoorzieningen en onroerende voorheffing van dit patrimonium. Ook wordt jaarlijks 14 760 overgeboekt naar het “reservefonds” Residentie Cleeremans. Verder is er nog een jaarlijkse percent van de penningmeester van 675 euro.
Op de vooraf ingediende vraag van Mattias Bouckaert over de wel vreemde uitgave van 24 840 euro per jaar als jaarlijkse kost voor het verhuren van dat privaat patrimonium, antwoordde Patrice Lemaitre dat dit om een uitgave ging in hun privaat patrimonium. Hij had begrepen dat het ging om de betaling van een “rentmeester” , een agentschap dat hen helpt met het verhuren en zorgt voor het innen van de huren. En die kost hadden ze heel transparant opgenomen, stelde Patrice Lemaitre.
Zowat 2000 euro per maand voor het innen van 75 450 euro aan huurinkomsten leek Mattias Bouckaert wel erg veel. Patrice Lemaitre wees erop dat het om verrichtingen in hun privaat patrimonium ging, en de gemeente daar financieel niet tussenbeide komt. Maar merkte Mattias Bouckaert op, als er niet elk jaar 20 000 euro verdwijnt, worden de cijfers in hun exploitatierekening gunstiger en moet de gemeente minder bijleggen.
Dat zullen we nog moeten zien, antwoordde Lemaitre, eenmaal de kerkfabrieken eengemaakt gaan we met de gemeente wel niet meer moeten bijleggen. Er zullen kerken ontwijd worden en een andere bestemming krijgen. Het plan is om nog twee kerken over te houden voor religieuze diensten: Oud Heverlee en Haasrode. Maar zover zijn we nog niet. We zullen daar zeker op terugkomen, beloofd Patrice Lemaitre. En dan zou het me zeer interesseren wat meer uitleg te krijgen over die uitgave van 24 000 euro voor dat “rentmeesterschap” vroeg Mattias Bouckaert, en ook van de uitgaven aan dat “reservefonds residentie Cleeremans”. We gaan de vraag stellen, beloofde Patrice Lemaitre.
Alles werd goedgekeurd door de aanwezige raadsleden van meerderheid en oppositie, enkel Samen onthield zich.
Die rentmeester: een misverstand
We stelden, nadat we achteraf inzage kregen in de documenten van de gemeenteraad, ook de vraag aan Patrice Lemaitre en Mattias Bouckaert. Publiek en pers moeten het in de gemeenteraad immers steevast stellen met het luisteren naar mondelinge tussenkomsten, documenten worden pas achteraf via openbaarheid van bestuur vrijgegeven.
Patrice Lemaitre meldde ons dat die kosten voor een “rentmeester” , waarover hij het in de gemeenteraad had, een misverstand was. En dat dit inmiddels ook was meegedeeld aan Mattias Bouckaert. “De 24 840 euro zijn de netto-opbrengsten van de verhuur van de woningen Neerveld 1, Neerveld 2, IJzerenwegstraat en de pacht van weilanden na aftrek van kosten (onroerende voorheffing, onderhoud, immokantoor, etc…). De kosten voor het immokantoor voor de ondersteuning bij de verhuur (en dit is het zogezegde “rentmeesterschap”) bedragen 2800 euro.”
We wierpen op dat die 24 840 euro die jaarlijks als uitgaven worden geboekt, toch geen positief saldo kan zijn van 75 450 huurinkomsten, en 19 000 euro uitgaven als verhuurder (onderhoud, verzekeringen, onroerende voorheffing) .
De kerkfabriek werkt echter met een eenvoudige kasboekhouding, waarbij simpel alle verrichtingen uit de beschikbare kasvoorraad als uitgaven worden geboekt. Als er op het bureau van de penningmeester elk jaar 14 760 euro uit de kas wordt genomen en in een enveloppe wordt gestopt met het opschrift ‘reservefonds Cleeremans’ wordt dat geboekt als een uitgave. Dat gebeurt ook met 24 500 huuropbrengsten van de woningen in de Neerveld : die worden overgeboekt naar het privaat patrimonium. Dat wordt genoteerd als uitgave. Zo verklein je natuurlijk het jaarlijks overschot op papier makkelijk tot 3300 euro per jaar, ook al heb je 89 650 euro huurinkomsten en 19 000 euro kosten.
Wie betaalt de herbestemming van de kerk ?
De kerkfabriek van Sint Joris Weert, eigenaar van het kerkgebouw, meldt in haar meerjarenbegroting dat voor het kerkgebouw een herbestemming wordt gezocht. “Elke herbestemming zal een belangrijke aanpassing aan het gebouw vergen. De kerkfabriek kan de aanpassingen naar een nieuwe bestemming niet financieren. Indien deze herbestemming niet binnen de gemeentelijke plannen valt wordt er naar een derde partij gezocht om het gebouw in eigendom of erfpacht te nemen” (sic) .

De kerkfabriek van Sint Joris Weert wordt bestuurd door voorzitter Chris Declercq, de voormalige uitbater van wat nu de Delhaize in Sint Joris Weert is. Chris Declercq was kandidaat bij de gemeenteraadsverkiezingen op de lijst van Club CD&V . Walter Naets, financieel manager op rust, is penningmeester van de kerkfabriek van Sint Joris Weert én van Oud Heverlee , en tevens penningmeester en bestuurder van Pro OH. Hij verhuisde inmiddels naar Leuven. Wetenschapper en zakenman Erik Tambuyzer die zijn sporen verdiende in de biotechnologie vervolledigt de kerkfabriek van Sint Joris Weert als secretaris.