De Raad van State heeft op 28 maart 2025 een arrest geveld over een vraag tot vernietiging van de gemeenteraadsbeslissing over het straten tracé voor de werken aan de Waversebaan. Het gaat om het stratentracé voor de aanleg van fietspaden vanaf de kruising van de Witte Bomendreef aan het Zoet Water tot de kruising van de Waversebaan met de Dorpsstraat.
Hetzelfde echtpaar dat de beroepsprocedure voert tegen de bouw van de OKAY Colruyt in Oud Heverlee had ook hier tegen beroep ingediend. Dat initieel beroep bij de minister tegen de beslissing van de gemeenteraad was afgewezen. In beroep bij de Raad van State krijgen ze toch gelijk. De Raad van State vernietigt de originele gemeenteraadsbeslissing en ook het besluit waarmee toenmalig minister Lydia Peeters het beroep van het echtpaar afwees.
De logica achter deze juridische veldslag heeft te maken met de betwisting rond de vestiging van de Colruyt-OKAY. Het echtpaar betwist niet enkel de omgevingsvergunning die de Colruyt kreeg, maar ook de omgevingsvergunning voor de werken aan de Waversebaan. De heraanleg van de Waversebaan ter hoogte van de geplande supermarkt is al afgestemd op de komst van de OKAY. Vandaar dat ook die omgevingsvergunning werd betwist.
Er liepen dus drie procedures: deze tegen de omgevingsvergunningsvergunning voor de Colruyt waarbij het nu wachten is op een nieuw arrest van de Raad voor Vergunningsbetwistingen. Een tweede procedure loopt ook nog steeds bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen tegen de omgevingsvergunning van de werken aan de Waversebaan. Na de carrousel van vier openbare onderzoeken velde de Raad voor Vergunningsbetwistingen een tussenarrest. Met dat tussenarrest wordt gewacht op een uitspraak van het Europees Hof van Justitie over de interpretatie van dwingende Europese regels in procedures waarbij een openbaar bestuur zichzelf een omgevingsvergunning verleend voor bepaalde werken. Wordt vervolgd.
Maar er was ook nog een derde betwisting. Voor de werken aan de Waversebaan was er ook een aanpassing van het wegtracé. En daarover moest destijds de gemeenteraad beslissen. Zonder een goedkeuring van het wegtracé kan er immers geen omgevingsvergunning verleend worden.
In juni 2022 keurde gemeenteraad unaniem, meerderheid én oppositie, het voorgestelde tracé, het aanleggen van fietspaden aan de Waversebaan van nabij de Dorpsstraat tot het kruispunt met de Wittebomendreef aan het Zoet Water goed. Daarbij zat een grafisch plan dat als bewijsstuk wordt gehanteerd in dit arrest: het toont hoe het fietspad en het voetpad over de grens van de rooilijn gaan. De rooilijn is de grens tussen het openbaar domein en de dit van eigenaars van percelen die grenzen aan de straat.
Op basis van die beslissing over het wegtracé, een bevoegdheid van de gemeenteraad, gaf het schepencollege zichzelf een tiental dagen later een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van de werken. Zonder voorafgaande goedkeuring van het wegtracé kon die omgevingsvergunning niet worden verleend. Maar het echtpaar ging in beroep tegen de voorafgaande beslissing van de gemeenteraad over het wegtracé. Eerst bij de minister. Toen ze daar bot vingen, bij de Raad van State.


De Raad van State velde nu een arrest over de kwestie van het wegtracé. Ze verwerpt de argumenten van de advocaat van de gemeente dat de betwisting onduidelijk zou zijn. En verwerpt ook de argumenten dat het echtpaar geen persoonlijk belang zou hebben. Ze gebruiken regelmatig het voetpad in dat deel van de Waversebaan en hebben dus belang, oordeelt de Raad van State. De Raad van State gaat ook niet in op de stelling van het echtpaar dat de rooilijn die in 1959 (!) werd vastgelegd niet rechtsgeldig zou zijn.
Volgens de gemeente en de minister moest er voor deze werken geen nieuw rooilijnplan worden goedgekeurd door de gemeenteraad omdat de werken uitsluitend betrekking zouden hebben op de strook tussen de rooilijn. De Raad van State stelt echter vast dat dit niet klopt: een deel van het fietspad en een deel van het voetpad ligt buiten de rooilijn. Ze verwijst daarbij naar een document uit het grafisch plan dat bij de stukken van de gemeenteraad was gevoegd.
De Raad van State vindt dat de gemeente geen wettig motief had om geen nieuw rooilijnplan goed te keuren. En vindt ook dat de Vlaamse regering de kritiek van het echtpaar hierover niet zorgvuldig heeft onderzocht. Daarom vernietigt de Raad van State de beslissing van de gemeenteraad over de goedkeuring van het stratentracé. En vernietigt ook de beslissing van minister Lydia Peeters om het beroep af te wijzen.
Wat nu ?
Dinsdag aanstaande komt de mededeling van het arrest van de Raad van State op de gemeenteraad. Er rest de gemeenteraad weinig anders dan haar huiswerk opnieuw te maken. En dus redelijkerwijze op alle plaatsen waar het tracé van het voetpad en fietspad over privéterrein gaat een minnelijke schikking te zoeken met de aanpalende eigenaars. Of te onteigenen. De andere mogelijkheid om de weg op te breken en opnieuw aan te leggen binnen de rooilijn zal el het laatste zijn.
Een discussie voor juristen is wat het gevolg is voor rechtsdaden die steunden op een beslissing die jaren later werd vernietigd. Zoals hier: de omgevingsvergunning voor de Waversebaan die steunde op een intussen vernietigde beslissing over het wegtracé. De rechtsspraak en wetgeving gaan niet zover om meteen en automatisch alle ‘gevolgakten’ mee te vernietigen. Maar als er betwistingen komen over die ‘gevolgakten’ kan een rechter moeilijk anders dan vast te stellen dat de grondslag verdwenen is.
Ongetwijfeld is het ook een harde tik op de vingers van de gemeente: die mag niet slordig omgaan met de rooilijn zoals vastgelegd als harde grens tussen openbaar domein en privé-eigenaars. Niet voor het eerst horen we de klacht dat de gemeente bij zo een werken wel eens buiten de lijntjes kleurt. Niet voor herhaling vatbaar.

