Zowat drie jaar geleden werden de kwetsbare bewoners van de bejaardenwoningen in de “boomkeswijk” van Oud Heverlee met een bestelwagen van Dijledal, de sociale woningmaatschappij, op transport gezet. Ze moesten verhuizen naar sociale woningen elders in de regio Leuven. Ze kregen de belofte dat ze zouden mogen terugkeren na renovatie van hun woningen.
De woningen bleven vervolgens lang onaangeroerd leeg staan. Ook toen overal in België noodopvangplaatsen werden gezocht voor vluchtelingen uit Oekraïne. Ook toen in Brussel aan mannelijke asielzoekers werd gemeld dat ons land wegens gebrek aan personeel en opvangplaatsen hun asielvraag niet kon behandelen. De woningen staan ook nu nog leeg.
Op de woningen werden tijdens de kerstperiode van 2023 gele affiches aangeplakt. Het leidde tot bittere reacties in deze sociale woonwijk.

We laten in wat volgt een bewoner aan het woord:
Wie voordien regelmatig een praatje sloeg met de laatste bewoners van de bejaardenwoningen wist wat die verhuis voor de betrokken bewoners betekende. Als huurder of als je niet veel bezit beteken je nu eenmaal niks…of toch niet veel. Op geen enkel moment werd hun mening gevraagd omtrent de nieuwe plannen, ook al woonden zij in de huizen. Zij kregen van Dijledal een zakelijke brief dat zij moesten verhuizen. Dat Dijledal andere plannen had met hun huizen. Er werden hen twee alternatieven aangeboden, buiten de gemeente Oud Heverlee, waaruit zij moesten kiezen. Bewoners vertelden dat zij bij Dijledal hebben moeten aandringen om een schriftelijke garantie te krijgen van voorrang bij een eventuele terugkeer.
Ik heb heel scherp ervaren dat een huis veel meer is dan een hoop bakstenen. Het betekende voor hen ook : zekerheid, veiligheid, geborgenheid, warmte, buren, erbij horen, de buurt … en vooral betaalbaar ….Met een eenvoudig briefje, verdween dit alles voor hen.
Door de opvatting van het nieuwbouw-project in de Boomkeswijk is terugkeer voor de vorige bewoners, op twee uitzonderingen na praktisch onmogelijk. In totaal zijn er 11 wooneenheden . De gelijkvloerse huisjes worden afgebroken en vervangen door 11 wooneenheden. 3 gezinswoningen met meerdere slaapkamers, 1 woning voor rolstoelgebruiker, 4 wooneenheden komen op een te bouwen bovenverdieping, enkel bereikbaar via een buitentrap en dus niet geschikt voor ouderen . Er blijven 2 woningen over met 1 slaapkamer op het gelijkvloers.
Met de maatregelen van de Vlaamse regering, mogen de vorige bewoners zelfs niet terugkomen. Bij de toewijzing van de huizen moet immers voorrang gegeven worden aan werkenden

Ook voor de direct betrokken buren heeft dit project een serieuze impact. Niet alleen voor zonlicht, lawaai, drukte….maar vooral door de appartementisering en de directe inkijk in hun strikste privé leven. Zij wilden dat de betrokken “bejaarden” konden blijven wonen mits grondige renovatie van de woningen.
Zij waren bereid om mee te zoeken naar oplossingen. Als bewijs, de schriftelijke vraag aan het schepencollege voor overleg tussen direct betrokken buren en het schepencollege. Eerst via een aangetekend schrijven na een samenkomst in de buurt. Nooit kregen zij enige (schriftelijke)reactie.
Tegelijk moesten zij vaststellen dat in de gemeentelijke milieu-adviesraad – MAR – uitgebreid werd gediscussieerd over het behoud van het groen en de toekomst van de bomen. Een voorstel van een betrokken buur om 1 boom te rooien waardoor de directe impact op zijn woning veel kleiner zou zijn en er veel meer ruimte (comfort) zou vrijkomen voor de nieuw te bouwen gezinswoning werd niet eens in overweging genomen. Door dit duidelijk standpunt van de Milieuraad, daarin gevolgd door het Schepencollege, dat bomen belangrijker zijn dan mensen, werden alternatieven voor het nieuwbouw-project erg beknot.
Voeg daarbij, dat de buren zelf initiatief hebben moeten nemen, aandringen om meer info over het project te krijgen. Met als resultaat : een individueel info-moment in de parochiezaal. De mevrouw van het bureau “Eva en haar tuinen???, organiseerde zelf een los info-moment over het groen in het project. Deelnemers konden al wandelend vragen stellen en opmerkingen maken, ook over de bomen. Zij gaf wel toe dat zij zelf nooit zo’n reuze-bomen zou planten dicht bij de huizen, maar dat van de gemeente de bestaande bomen moesten blijven staan.
Ik vind het voor een samenleving met een hart voor mensen beschamend dat wij hier de zwakkeren (minder welstellenden) tegen elkaar uitspelen. De zwaksten moeten vertrekken om plaats te maken voor iets minder zwakkeren. Dit is de omgekeerde solidariteit. Alhoewel, een deel woningen is voorzien voor jonge starters (een bestaande nood) en dat zijn niet perse de zwakkeren, maar deze zijn door hun hoger inkomen financieel veel interessanter voor Dijledal dan leefloners en lage pensioenen.
Pijnlijk is ook de vaststelling dat bij zowat elk ander project in de gemeente Oud Heverlee, waarin het om sociale woningen gaat, onmiddellijk een of ander actie-comité van welstellende buren in actie schiet. We zagen het eerder in de Tilemansstraat, in de Ophemstraat, en ook op een steenworp van de boomkeswijk , aan de hoek Groenstraat-Korbeek Damstraat. Sommige comités werken met een gerenommeerd advocaten kantoor. Het mag hen wel wat kosten om projecten met sociale woningen te kelderen.
Oh, ze zeggen steevast niks te hebben tegen deze mensen. Maar sociale huisvesting moet maar op plaatsen waar de grond goedkoper is, zoals het actiecomité Korbeek Damstraat (met politici van Pro OH en N-VA) aanvoert. Hoe zien de politici dan concreet de realisatie van een “warm” Oud Heverlee ?
Persoonlijk ben ik overtuigd dat “het beleid” hier een serieuze kans gemist heeft, om via overleg,samen tot een gedragen oplossing te komen. Om samen met mensen die in een sociale woonwijk wonen, na te denken over sociale woningbouw in Oud Heverlee. Een eminent lid van het schepencollege gooit op het einde van een toevallige discussie als laatste argument op tafel dat wij ons wel moeten realiseren dat wij in een sociale woonwijk wonen. Dat is dan einde discussie . Niet “statenloos” maar bijna “rechtenloos”” ?
Als wij de kloof tussen burger en politiek willen verkleinen, hebben wij hier een voorbeeld, van hoe het echt niet moet (tenminste naar mijn aanvoelen).Voor mezelf heb ik al vaak de vraag gesteld . hoe is het zover kunnen komen dat deze zaak gelopenis zoals ze gelopen is. Het begon bij bezorgdheid, bekommernis, betrokkenheid, positief overtuigd dat via overleg er voor elke betrokken partij, mits goede wil van beide kanten, er een positieve oplossing kan komen. Hoe positivisme omsloeg, doorheen de evolutie van het dossier, naar verbittering, machteloosheid, onbegrip, wantrouwen, ontgoocheling in politieke vertegenwoordigers, mensen, tot bittere woede en cynisch sarcasme.
En nu…
De nieuwe gezinswoningen worden gebouwd zonder of met een zeer beperkte tuin. Op mijn vraag aan de architect of zijn kinderen in zo’n huis zouden willen wonen, was zijn antwoord duidelijk : Ik bouw ook huizen waarin mijn kinderen wel zouden willen wonen. Verdere commentaar overbodig
De bezwaren van de bewoners tegen bepaalde onderdelen van de nieuwbouw werden door het schepencollege ongegrond verklaard. Toch even grasduinen.
Ik citeer letterlijk : “Er wordt in het ontwerp net veel rekening gehouden met de buurt. Zo wordt de materialiteit van de andere woningen in de wijk (rode baksteen) overgenomen”. Een andere buur stelt dat de kinderen van de huurwoningen bij gebrek aan een tuin, op straat zullen moeten spelen. Ik citeer letterlijk : “Bezwaar ongegrond. Indien op straat gespeeld zou worden zal dit de veiligheid net doen toenemen. Het zal voor meer levendigheid op straat zorgen, hetgeen een vertragend effect heeft”. U mag mij terecht vaak cynisme verwijten maar hoe moet ik dit argument interpreteren? Kinderen van sociale huurders gebruiken als levende verkeersremmers.
Bezwaar dat de densiteit verhoogd wordt voor de directe buurt. Bezwaar ongegrond en ik citeer letterlijk : “Het betreft een bestaand project met 11 wooneenheden en ook het nieuwe project telt evenveel wooneenheden. De densiteit verhoogt niet. 11 studio’s (vgl. Dijledal) worden vervangen door 11 gezinswoningen.4 met 2 of 3 slaapkamers, 1 woning voor een rolstoelgebruiker en 6 woningen met 1 slaapkamer waarvan 2 op het gelijkvloers en 4 als appartement op de 1° verdieping. “
Op 13 ares grond worden 11 woningen gebouwd. 13 : 11 = 1.18 are per woning. Als 1 hectare nog altijd gelijk is aan 100 ares en ik deel 100 door 1.18 geeft dit 83 woningen per hectare.
“Deze hoop stenen” heeft serieus ingehakt op vele buren. Er is hier wat gebeurd en veranderd in de geesten van meerdere mensen en in onze buurt. De gemeente vertegenwoordigd door de schepenen heeft hier geen goede beurt gemaakt. De nieuwe buren zullen wij wel warm ontvangen zoals de vroegere bewoners.
