In de loop van 2022 werden we  gecontacteerd door een van de omwonenden van een perceel aan de Leuvensestraat in Sint Joris Weert, dichtbij de kruising met de Scheepmansstraat . Die maakte zich ongerust over de bodemvervuiling door een illegale sluikstorting van chemisch afval in de jaren ’80. En daar was nooit meer wat aan gedaan.

De stortplaats van destijds ligt volgens omwonenden even voorbij de electriciteitscabine, hier rechts op de foto. Op de voorgrond rechts het bushokje ‘de post’ even voor de kruising van de Waversebaan met de Scheepmansstraat

Het relaas, bevestigd door een ander omwonende is als volgt. Ergens in de jaren ’80 werd hun aandacht getrokken op enkele maneuvers in de straat. Een witte vrachtwagen met daarop vaten, kennelijk afkomstig van het toenmalig chemisch bedrijf I. in Everberg kwam die lading storten. Naar het zeggen van de omwonenden op een perceel grond dat eigendom was van O.V.. O.V. was de toenmalige eigenaar van de garage V. gevestigd in de gebouwen waar nu L’istwaar een horeca-uitbating heeft. De vrachtwagen reed achterwaarts het terrein op, en kiepte zijn lading van de steile helling. Het terrein heeft wat verderop van de straat een sterke helling, richting van het natuurgebied. Tegelijk was er ook een vrachtwagen van de firma R. , grondwerken, die na het storten van het afval eveneens het terrein opreed en de lading vaten bedekte met aangevoerde grond. 

Een van de omwonenden contacteerde via zijn kennissenkring de toenmalig regionaal correspondent van het Nieuwsblad. Die kwam langs, maakte foto’s, waarbij de twee omwonenden op het terrein poseerden bij een toen nog halfbedekt vat met kennelijk chemisch afval. Een van de omwonenden had zijn hand daarbij ook op een van de lekkende vaten gelegd, de huid van zijn hand werd aangetast en had later medische verzorging nodig.

Na het krantenartikel kwam er nog wat heisa tussen een van die omwonenden en de perceeleigenaar O.V.. Er volgden nog nachtelijke telefoontjes en plotse tussenkomsten van een administratie in de zakelijke activiteiten van die omwonende. Vanuit de gemeente werd destijds niet opgetreden,  de vaten chemische afval werden naar het weten van de omwonenden nooit opgeruimd en verdwenen onder een laag aanvoergrond.

Een contact met de intussen gepensioneerde journalist leverde niets op. Die meldde dat noch hijzelf, noch het Nieuwsblad een archief bewaarde van de regionale bijdragen of foto’s van destijds. Ook zijn collega’s  regio-correspondenten hadden hierover geen stukken over Oud Heverlee in hun persoonlijk archief.

Wie als particulier bij OVAM een sluikstort wil melden moet dat doen via de gemeente. In 2022 deden we melding bij de gemeentelijke milieudienst, de schepen in cc. Of de gemeente gegevens had over dit sluikstort ? En of er initiatieven konden worden genomen om deze melding te onderzoeken en een passend gevolg te geven.

De milieudienst meldde ons in september 2022 dat er volgens de beschikbare registers “geen milieuvergunning was verleend en er  geen milieumisdrijf is vastgesteld op deze percelen. De percelen staan niet vermeld als risicogrond bij OVAM en ook niet als stortplaats. “

De OVAM site vermeldt geen risico of gewezen stortplaats voor deze plek. Wel achter de Broekstraat in Oud Heverlee

Anno 2024 staan de percelen op de OVAM site nog steeds niet vermeld als risicogrond of historische  stortplaats. Met een van de omwonenden trokken we maanden geleden dan zelf maar op onderzoek.  Enkele pogingen om met een spade wat vaten bloot te leggen lukten niet. Een tweede poging volgde een tijd later met een metaaldetector van een professioneel gebruiker.  Dat leverde op enkele metalen stukjes na geen resultaat op. Het terrein is overwoekerd met bramen en struiken wat de zoektocht met de metaaldetector bemoeilijkte.

Met een grondboor werd tot 2,5 meter diepte geboord en een staal genomen. Rechts de geelgroene aanvoerzand opgegraven uit de boorput.

Begin juni 2024 volgde een derde poging om duidelijkheid te brengen. Met twee professionals werden op 2 plaatsen grondboringen gedaan. Dat maakte alvast duidelijk dat de grond ter plekke onmiskenbaar aangevoerde grond is, een soort van zand, niet de oorspronkelijke grondlaag. De eerste boring stokte op 60 centimeter diepte, op een harde laag: stenen of metaal. Een tweede boring reikte tot 2,5 meter diepte, toonde nog steeds aanvoergrond, en botste dan op een harde ondoordringbare laag: stenen of metaal.

De boringen leverden ook op een bepaalde diepte een witte substantie op tussen het aanvoer zand: daarvan werd een staal bewaard. Er werd contact genomen met een labo met de vraag of dit kan worden geanalyseerd.

Enkele van de grondstalen toonden tussen de zanderige aanvoergrond ook een witte substantie. Daarvan werd een staal genomen voor onderzoek in een labo.

We melden het ook opnieuw aan burgemeester Bart Clerckx en schepen Jos Rutten, en bezorgden hen kopie van de eerdere mailwisseling met de gemeentelijke milieudienst.  De burgemeester liet contact nemen met OVAM  om “ons in eerste instantie te bevragen wat de procedure is en de mogelijkheden van de gemeente in een zaak als deze zodat wij klaarheid kunnen scheppen in wat hier in het verleden zou kunnen gebeurd. Ook schepen Jos Rutten nam inmiddels contact met OVAM.

Wordt vervolgd.