Planning en studies,
een overzicht
In Vlaanderen wordt de ruimtelijke ordening nu op drie beleidsniveaus
geregeld. Het Vlaams Gewest, de provincies en de gemeenten. Elk bestuur
legt zijn ruimtelijk beleid vast in ruimtelijke structuurplannen,
uitvoeringsplannen en verordeningen. Het principe is dus eenvoudig: de
Vlaamse regering, het hoogste beleidsniveau, stelde het ruimtelijk
structuurplan Vlaanderen op, dat voor het hele Vlaamse grondgebied de
regels inzake ruimtelijke ordening vastlegde.
Nu is het de beurt aan de
provincies. De provincies maken nu fijnmaziger provinciale structuurplannen die natuurlijk de
Vlaamse regels moeten volgen, maar waarin ze voor hun grondgebied eigen
accenten kunnen leggen. Deze structuurplannen bevatten alle elementen van
provinciaal belang. Dat zijn dan die elementen die het gemeentelijk niveau
overstijgen of gemeenschappelijk zijn voor meerdere gemeenten.
De laatste
stap zal dan de uitwerking zijn van gemeentelijke structuurplannen, die
dus op hun beurt moeten aansluiten op de provinciale structuurplannen. Het
provinciaal structuurplan is dus niet zonder belang voor het toekomstig
gemeentelijk structuurplan dat op termijn de ruimtelijke ordening in
detail zal bepalen.Momenteel zit men nog in de eerste fase, met de publicatie
van de startnota.
Parallel aan de structuurplanning is er een mobiliteitsplan in
de maak. De gemeente sloot met de Vlaamse Gemeenschap een
mobiliteitsconvenant. Investeringen van het Vlaamse Gewest om de
mobiliteitsproblemen op te lossen moeten dan ondersteund
worden door gemeentelijke initiatieven opgesomd in dat
mobiliteitsplan..Momenteel is de eerste fase, de oriëntatiefase net
achter de rug.
De
afdeling “Bos en Groen” van het ministerie van de Vlaams Gemeenschap,
heeft een “Ruimtelijke Structuurvisie Meerdaalwoud en Heverleebos” laten
uitvoeren. Zij wilden weten welke mogelijkheden (en beperkingen
!)Heverleebos en Meerdaalwoud bieden en wat er moet gedaan worden om de
bosbouwkundige, recreatieve en ecologische ontwikkeling van dat gebied
optimaal te laten verlopen.
In die studie
werd de economische waarde van Meerdaalwoud en Heverleebos bepaald. Dat is
nog nooit vertoond in Vlaanderen. Het is de eerste keer dat men de
economische waarde van een natuurgebied bepaald heeft. Meestal hoort men
enkel spreken over de kosten van een natuurgebied en van het milieubeleid,
zoals de aankoop en het beheer van terreinen.
Dat open ruimte een schaars goed is in Vlaanderen, moeten we
u niet vertellen. En velen willen aan de laatste restjes nog eens
knabbelen: bedrijven willen uitbreiden, mensen willen in de laatste
rustige percelen inpalmen enz...
Daarom werkt de Vlaamse regering aan een Vlaams Ecologisch Netwerk of VEN. De
bedoeling is een selectie van bestaande waardevolle en gevoelige
gebieden te maken en deze gebieden zoveel mogelijk aaneen te sluiten.
Een gedeelte van Oud-Heverlee ligt in één van deze 37 VEN-gebieden.
De Vlaamse Regering heeft een een rapport gepubliceerd,
het Natuurinrichtingsproject Dijlevallei. De bedoeling is in de
Dijlevallei tot één groot aaneengesloten natuurgebied te komen, waarin
de natuur maximale lansen krijgt.
|